Steeds meer Nederlanders willen niet langer dierlijke producten eten en/of dragen. Dit bericht prijkt op de voorpagina van het Elsevier Weekblad van 2 februari 2019; Viva Vegan! Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd is het aantal veganisten en vegetariërs groeiende, met name in Westerse landen.
Het weglaten van vlees en dierlijke producten wordt ons door de media en door actieve promotie voorgeschoteld als de ultieme en meest nobele voedingskeuze. Het zou beter zijn voor de kwijnende gezondheid van zowel mens, dier als aarde. Mensen kiezen steeds meer bewust voor een vegetarische of veganistische levensstijl. Voor deze groep mensen is het, zoals algemeen bekend, van groot belang om goed te letten op een voldoende inname aminozuren en een aantal andere belangrijke stoffen.
Lijst van vegetarische en veganistisch voedingssupplementen
Een niet optimale aminozuuropname vertaalt zich in het lichaam door een verstoorde opbouw van lichaamseiwitten. Dit geeft onder andere een verzwakking van het immuunsysteem, de afbraak van spier- en botmassa, trage groei, huid-, haar- en nagelproblemen en in ernstige gevallen zelfs tot ziekten zoals dementie en degeneratie. Andere tekorten in voedingsstoffen bij veganisten en vaak ook bij vegetariërs zijn de B-vitamines, waaronder vitamine B12, vitamine A en D en het mineraal zink. B12 dat door darmbacteriën wordt gesynthetiseerd, komt enkel voor in dierlijke producten. De hoeveelheid vitamine B12 die in de darmen wordt geproduceerd is minimaal. Vitamine A komt vooral voor in lever, vis, eigeel en boter.
Vitamine D3 zit enkel in boter, vette vis en eieren. Het kan door middel van UV-straling worden gevormd in de huid, maar daarvoor is cholesterol nodig, waar een veganist niet zoveel voorraad van heeft. Ook zink verdient aandacht. Met name eiwitrijke voedingsmiddelen (van dierlijke herkomst) bevatten veel zink. Een goede zinkstatus is onder meer belangrijk voor een normale DNA-synthese, het geheugen, leervermogen en de intelligentie en concentratie, het immuunsysteem, het gezichtsvermogen, de vruchtbaarheid, de bescherming van cellen tegen oxidatieve schade, de opbouw van eiwitten, het in stand houden van een normale huid en botten, een bijdrage aan een normaal metabolisme van koolhydraten, macronutriënten, vitamine A, zuur-base, een normale hormoonhuishouding en normaal testosterongehalte in het bloed, de opbouw en afbraak van koolhydraten, vetten, eiwitten en nucleïnezuren.
Er zijn ook wetenschappers die twijfelen aan het langdurig vasthouden aan een vegetarisch of veganistisch voedingsregime. In haar boek ‘Vegetarianism Explained’ [1], onderzoekt Dr. Campbell (auteur van Gut and Psychology Syndrome) of vegetarisme of veganisme daadwerkelijk bijdragen aan een duurzame aarde en een goede gezondheid voor haar bewoners.