Koemelk bevat andere caseïne dan geiten-, schapen- en paardenmelk en staat in verband met meerdere ziekten, constateert professor Keith Woodford. Koemelk bevat ongeveer 32 gram eiwit, waarvan 82% caseïne en 18% wei. Ontdekt tot nog toe zijn 4 subklassen caseïne; alfa-s1-, alfa-s2-, bèta- en kappacaseïne.
De caseïne uit koemelk bestaat voornamelijk uit 25-30% bètacaseïne. Van dit laatste type caseïne zijn 13 genetische varianten gevonden, waarvan type A1 en A2 het meeste voor komt.
De meeste koeien (75%) in de wereld (ook in Nederland) produceren A1-melk. Guernsey en Jersey-koeien produceren A2-melk. Geiten- en schapenmelk bevatten bètacaseïne type A2.
Voor het hele artikel