Gemmotherapie 
Het woord gemmo is afgeleid van gemma het latijnse woord voor knop. Gemmotherapie is een vorm van fytotherapie, gebaseerd op bereidingen van embryonale plantenweefsels, die zich in een stadium van snelle celdeling of groei bevinden. Men noemt deze therapievorm daarom ook wel fyto-embryotherapie.

Ontstaan van de gemmotherapie 
De gemmotherapie is ca. 45 jaar oud. De grondlegger van deze therapievorm is Paul Henry. Een andere bekende naam binnen de gemmotherapie is Max Tétau, een zeer bekend homeopaat. Samen met dr. C. Bergeret is hij vooral verantwoordelijk voor al het klinisch onderzoek dat is uitgevoerd naar o.a. de toepasbaarheid van de gemmotherapie.
Het initiatief tot het uitvoeren van deze onderzoeken lag bij Tétau. Als apotheker was hij zich goed bewust van het feit dat ook ongewenste reacties mogelijk zouden kunnen zijn. Veel van de door hem gebruikte bomen en heesters uit parken en plantsoenen (o.a. liguster, Amerikaanse reuzenboom, haagbeuk, esdoorn, wollige sneeuwbal en olm) waren immers nooit eerder als kruid toegepast. De specifieke eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van de verschillende preparaten, die afwijkt van die van kruiden en/of homeopathische geneesmiddelen, maken dat de gemmotherapie een verrijking is binnen het complementaire arsenaal.

Onderscheid met fytotherapie
De gemmotherapie onderscheidt zich op twee belangrijke uitgangspunten sterk van de fytotherapie:

  • de gebruikte plantendelen
  • de bereiding


De gebruikte plantendelen 
Voor de bereiding van de verschillende preparaten worden uitsluitend verse plantendelen gebruikt die volop in de groeifase verkeren. Deze embryonale plantendelen kenmerken zich door hun grote biologische activiteit: de vele ongedifferentieerde cellen delen zich snel en veelvuldig.
Aangezien genoemde plantendelen zich in het stadium van actieve celdeling bevinden, bevatten ze een hoog gehalte aan specifiek werkzame verbindingen die in veel geringere concentraties aanwezig zijn in de meer gedifferentieerde plantendelen, zoals o.a. groeifactoren, flavonoïden, specifieke proteïnen, hormonale groeistoffen, auxinen en gibberellinen.

De bereiding 
De bereiding van de preparaten, waarbij er gedurende minimaal 3 weken extracten op basis van een mengsel van glycerine en alcohol worden bereid, verloopt volgens de Franse Farmacopee (1965). De gewichtsverhouding tussen het plantenmateriaal en het extractiemiddel is 1 op 20.
Embryonaal plantenweefsel bevat veel actieve ingrediënten, zoals planthormonen; organische stoffen die zich binden aan een receptor (meestal een proteïne). Er zijn verschillende planthormonen bekend en daarnaast zijn er ook nog andere substanties die van invloed zijn op de groei van planten. Na de extractieperiode wordt het plantenmateriaal onder hoge druk uitgeperst en vervolgens gefiltreerd. Dit zogenaamde glycerinemaceraat geeft een zo volledig mogelijk extract (en ook weergave) van de specifieke en complexe samenstelling van de gebruikte jonge plantendelen. De aldus verkregen oplossing kan pas op de juiste manier worden toegepast nadat het 1 op 10 verdund is in een mengsel van water, alcohol en glycerine. Dit is de enige gebruikte verdunning in de gemmotherapie. Deze bereidingswijze is namelijk noodzakelijk om de specifieke eigenschappen van de unieke groeistoffen te kunnen behouden. Het alcoholglycerinemengsel functioneert als drager waardoor de waardevolle groeistoffen van de plant via een trans- formatieproces in het mengsel overgaan. Alleen zo kunnen zij door de verschillende orgaanstelsels worden opgenomen (absorptieproces), omgezet (metabolisme) en uitgescheiden (eliminatie).

Samengevat 
Door het glycerinemaceraat als uitgangsmateriaal te kiezen en dit vervolgens tienvoudig te verdunnen, wordt een preparaat met een bijzonder hoogwaardige kwaliteit verkregen, met een maximale biologische beschikbaarheid en behoud van alle toepassingsmogelijkheden van de verschillende heilzame kruiden. Ook de juiste bereiding van de complexen vraagt om een goed inzicht in het gebruik en de toepassing van de verschillende ingredienten. Vooral de timing, de temperatuur, het kiezen van de juiste volgorde van menging zijn in het mengproces is bepalend voor het eindresultaat. Alleen wanneer dit proces op de juiste wijze wordt doorlopen, kunnen de verschillende bestanddelen zich goed met elkaar vermengen, vrijwel zonder de zogenaamde “glycerine-strepen”, en hun eigen aangename smaak ontwikkelen.

Ook gemmo-extracten kunnen biologisch worden geteeld en geproduceerd. Wanneer er op deze manier wordt gewerkt, worden alle voordelen van biologische teelt en productie verkregen.

 

Biologische gemmopreparaten          Voordelen van biologische teelt         Biologische tincturen

Afbeelding van Gemmopreparaten