Dat hier nog veel winst te behalen is, wordt al snel duidelijk als we inhoudelijk gaan kijken naar de voedselconsumptiepeilingen die het RIVM sinds 1987 in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport uitvoert. Wanneer we kijken naar de peilingen uit 2003, 2007-2010 en 2012-2016 is de enige conclusie dat het grootste deel van de bevolking de aanbevelingen niet behaalt. Mede gelet op de lange periode waarover de peilingen lopen, is het dus zeer wel mogelijk dat er onder de bevolking bepaalde tekorten ontstaan, die kunnen leiden tot het ontstaan van ziekten. Dat onderschrijft het RIVM zelf ook in haar conclusies. Het RIVM heeft waarschijnlijk gelijk dat er nog veel gezondheidswinst is te behalen. Het eten van voldoende groente en fruit kan het ontstaan van overgewicht en chronische ziekten helpen voorkomen. De data die het RIVM, vanuit alle peilingen vanaf 2003, heeft kunnen halen tonen echter overduidelijk aan dat de meeste Nederlanders deze winst met hun voeding alleen bij lange na niet behalen.
Ook het voedingscentrum, dat eerlijk is over eten, geeft aan dat groente en fruit goed zijn voor de gezondheid. Mensen die veel groente en fruit eten, hebben een lager risico op (chronische) ziekten. Het centrum stelt dat dit waarschijnlijk komt door de verschillende (combinaties van) vitaminen, mineralen, vezels en andere stoffen in groente en fruit. Om die reden kan een vitaminepil groente niet vervangen. Het voedingscentrum adviseert om minimaal 250 gram groente en 200 gram fruit per dag te eten.
Mogelijk ligt hierin de verklaring waarom het voor veel mensen steeds moeilijker is geworden om het aanpassingsvermogen op peil te houden. Moeilijker ook om zich staande te kunnen houden onder de sociale, fysieke en emotionele druk van alledag. Misschien worden we daarom inderdaad, en steeds eerder, chronisch ziek. Informatie van het CBS toont aan dat terwijl mensen steeds ouder worden (mannen: van 73 jaar in 1981 naar 79 jaar in 2009; vrouwen: van 79 jaar in 1981 naar 83 jaar in 2009) het aantal gezonde jaren zonder chronische ziekten sterk afneemt. Waar we in 1981 gemiddeld in ons 55e levensjaar werden geconfronteerd met chronisch lijden, ligt dat nu voor mannen en vrouwen op respectievelijk 42 en 48 jaar. Voor mannen dus een toename van het aantal jaren met een chronische ziekte van 18 jaar naar 31 jaar en voor vrouwen van 24 jaar naar 35 jaar.
Natuurlijk kan en mag een vitaminepil en/of een kruidenpreparaat groente en fruit nooit volledig vervangen. Dat staat ook op wettelijk verplicht altijd op alle verpakkingen aangegeven. Wanneer kunnen vanuit de peilingen echter vaststellen dat de overgrote meerderheid van de Nederlanders, ondanks aanbevelingen en alle informatievoorziening ten spijt, er al 16 jaar niet in slaagt voldoende belangrijke voedingsstoffen binnen te krijgen. Daarom valt serieus te overwegen om een nuancering in de politieke boodschap aan te brengen: “wanneer het niet lukt om voldoende fruit en groente te eten, is het verstandig om als aanvulling op een gevarieerde voeding en gezonde leefstijl voedingssupplementen en/of kruiden te gebruiken, om aanwezige tekorten op te vangen en/of het ontstaan van mogelijke tekorten te kunnen voorkomen. Die nuancering zal mogelijk een grote groep mensen aanzetten om langs deze weg te helpen om de noodzakelijke hoeveelheid vitamines, mineralen, vezels en andere belangrijke stoffen wel in voldoende hoeveelheden binnen te krijgen.