De kwaliteit van visolie heeft onder andere te maken met de versheid. De kwetsbare meervoudig onverzadigde vetzuren (EPA en DHA) in visolie kunnen na verloop van tijd gaan oxideren. Dit wordt ‘oxidatieve ranzigheid’ genoemd. Deze ranzigheid kan versneld optreden door contact met zuurstof en verhitting. Deze geoxideerde vetzuren zijn niet goed voor uw gezondheid. Daarom is het bij de productie van visoliesupplementen van het grootste belang om verhitting en contact van de olie met zuurstof te vermijden.
Belangrijk is dat een firma kiest voor een geavanceerd productieproces met behulp van CO2-extractie, dat plaatsvindt bij lage temperaturen en in afwezigheid van zuurstof. Oxidatieve ranzigheid wordt uitgedrukt door middel van de TOTOX-waarde. Een visoliesupplement met verse visolie heeft om deze reden een lage TOTOX-waarde. Om de TOTOX-waarde te bepalen, moeten de peroxide- en anisidine-waarde van de visolie worden geanalyseerd.

Het is van belang dat iedere batch wordt gecontroleerd op de peroxide- en anisidine-waarden. Wanneer de leverancier ook lid is van GOED, biedt dat extra zekerheden. GOED heeft samen met haar leden kwaliteitsstandaarden voor producten op basis van Omega 3 bepaald en vastgelegd. Deze standaarden vormen tot op de dag van vandaag de meest strikte normen voor kwaliteit en zuiverheid.


De monografie van GOED


Maximale waarden
Peroxide Value (PV)                      5 meq/kg       
p-Anisidine Value (pAV)               20 meq/kg     
  

De Totale Oxidatie-waarde (TOTOX) mag volgens GOED maximaal 26 zijn, als resultaat van de som 2xPV + p-AV. De maximaal toegestane TOTOX-waarde laat derhalve geen maximale waarden van de PV en AV toe. Alle oliën die EPA en DHA bevatten in triglyceriden of ethyl-esters van marine, plantaardige of microbile oorsprong, worden afgedekt door de GOED-monografie.

Het waarnemen van peroxide geeft het eerste bewijs van ranzigheid in onverzadigde vetten en oliën. Er zijn andere methoden beschikbaar, maar het bepalen van de peroxidewaarde wordt het meest gebruikt. Het geeft een maat voor de mate waarin een visoliemonster primaire oxidatie heeft ondergaan, de mate van secundaire oxidatie kan worden bepaald uit de p-anisidine-test.

Autoxidatie is een vrije radicaalreactie met zuurstof die leidt tot verslechtering van vetten en oliën, waardoor een onaangename smaak en geur ontstaat. De peroxidewaarde-concentratie van peroxide in een olie of vet- is nuttig voor het beoordelen van de mate waarin bederf is gevorderd. Het door GOED vermelde niveau zegt dat peroxide-waarde (PV) minder dan 5 meq / kg moet zijn. 


Naast controle op oxidatie is het testen op het aantal vrije vetzuren (FFA) van belang, door na te gaan hoeveel vetzuren zijn vrijgemaakt uit hun triglyceridestructuur. Vrije vetzuren, die worden verkregen vanuit microbiële activiteit, veroorzaken de zogenaamde hydrolytische ranzigheid (= geen oxidatie): zij kunnen al bij relatief lage niveaus sterke smaken en geuren produceren.

Afbeelding van Hoe vers en zuiver is mijn visolie: de TOTOX-waarde